1 theelepel zout;
7 g gedroogde gist;
5 g (1 theelepel) zuiveringszout;
30 g (2 etlepele) suiker;
1 EI;
100 ml (1/3 kopje + 1 eetlepel) warme melk;
2 appels, geschild en in plakjes gesneden.
METODA
Klop de eieren, melk, suiker en gist door elkaar. Meng de bloem en het bakpoeder en voeg toe aan de vloeistoffen. Kneed het deeg tot het glad is. Laat het deeg 1 uur rusten en rol het dan uit tot een rechthoek. Leg er appelschijfjes op, rol strak op en snijd in stukken. Bak de appelrolletjes 3 minuten aan elke kant of tot ze goudbruin zijn. Rol in suiker voor het opdienen.