Ingrediënten (opbrengst – ongeveer 12 stuks):
tarwebloem – 3,5 kopjes;
boter – 80 g;
eieren – 2 stuks;
zure room – 2 eetlepels. L.;
suiker – 1 el. l. (voor decoratie);
suiker – 70 g;
bakpoeder – 1 theelepel;
wortelen – 2 stuks;
bieten – 70 g;
vanilline (een beetje).
Ingrediënten voor de vulling:
walnoten – 70 g;
gecondenseerde melk – 1 blikje.
Bereiden.
Meng de suiker met vanilline, klop het ei erdoor.
Voeg zure room en boter toe aan het eimengsel.
Meng de helft van de bloem met het bakpoeder, voeg langzaam toe aan de massa en meng met een mixer (het moet een plastic deeg worden).
Giet het andere deel van de bloem op het werkvlak en kneed het deeg.
Verdeel het deeg in 24 delen en vorm er halve cakejes van.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en bekleed de cakejes.
Bak 15 minuten in de oven op 190 graden.
Laat de afgewerkte koekjes afkoelen, snijd het midden uit.
Bereid de crème: maal de noten tot kruimels, voeg ze toe aan een half blikje gecondenseerde melk.
Verdeel deze crème over de cakejes.
Bestrijk de zijkanten van de koeken met de overgebleven gecondenseerde melk, voeg de twee stukken samen.
Bereid het groentesap voor de decoratie: maak de rode biet en de wortel schoon, pers het sap er apart uit, doop het kleinere deel van elke cake in het wortelsap, het grotere in het bietensap.
Bedek met suiker en laat een paar uur rusten.
Eet smakelijk!