Ingrediënten (voor het deeg):
suiker – 2 eetlepels. L.;
mineraalwater (koolzuurhoudend) – 300 ml;
bloem – 3 eetlepels. L.;
bloem – 530 g;
olie – 100 ml;
verse gist – 30 g;
zout – 0,5 theelepel.
Ingrediënten (voor vulling):
rozijnen – 70 g;
veenbessen (gedroogd) – 70 g;
bieten – 2 stuks;
suiker (naar smaak).
Bereiding:
voeg suiker, gist en 3 el bloem toe, meng, dek af met een deksel en zet 15-20 minuten op een warme plek.
Giet de olie erbij, voeg zout toe en roer.
Zeef de bloem, voeg toe aan het mengsel, kneed het deeg (het moet zacht zijn).
Laat het deeg 20 minuten rijzen op een warme plaats.
Bereid de vulling voor: kook de bieten, laat afkoelen, maak schoon en rasp op een grove rasp, pers er wat sap uit; giet heet water over de veenbessen en rozijnen, laat uitlekken, hak fijn; combineer de bieten met het gedroogde fruit, meng.
Verdeel het deeg in ongeveer 20 delen.
Rol de ene helft uit, doe er vulling op, wikkel in, druk de randen aan. Herhaal dit met alle deegstukken, laat 20 minuten rusten.
Bak ze in olie op middelhoog vuur aan alle kanten of bak ze 15-20 minuten in de oven op 180 graden.
Los in de 2e el water 1 el suiker op, verdeel dit mengsel over de warme koeken.
Lekker!