Voor het koken heb je nodig:
Varkensdarm – 2,5 m.;
Knoflook – 2 koppen;
Zwarte peper – ½ theelepel
Keukenzout – 2 theelepels;
Varkensschouder – 1200 gram;
Vet – 200 gram;
Koud water – 100 ml;
Laurierblad – 2 stuks.
Hoe maak je het?
Snijd het vet en het vlees in blokjes van ongeveer 1 cm.
Hak de knoflook fijn en voeg toe aan het vlees. Voeg zout, peper en 100 ml water toe. Meng alles en laat het 10 minuten staan.
Was de darm onder stromend water. Leg het op een speciaal spuitmondje om worst te maken. Maak een knoop in het uiteinde van de darm.
Vul de darmen met vlees, maar niet te strak. Vorm de worst zoals je wilt. Als het vlees gaar is, knoop je het uiteinde van de darm dicht.
Prik met een naald op 3 cm van elkaar in de worst en laat 5 uur rusten in de koelkast.
Neem een pan, giet er water in, voeg zout en laurier toe. Dompel de worst onder in het water en kook gedurende 25 minuten. De temperatuur van het water moet 85 graden zijn. Hierdoor wordt je worst sappig.
Nadat de worst gaar is, moet hij aan beide kanten worden gebakken tot er een gouden korstje ontstaat.
Eet smakelijk!