Ingrediënten:
Drinkwater – 200 ml;
Tarwebloem – 330 g;
Suiker – 10 gr.;
Griesmeelpap – 30 gr;
Grof meel – 30 gr. Grof meel – 30 gr;
Droge gist – 5 gr;
Geraffineerde olie – 35 gr.;
Sesam.
Hoe te maken:
Bereid stoom. Los de gist op in water, voeg griesmeel, suiker en een eetlepel bloem toe. Laat op een warme plaats rusten tot er schuim ontstaat.
Voeg de gezeefde bloem, het zout en de olie toe aan het deeg. Werk tot een deeg dat een beetje plakkerig mag zijn aan je handen.
Laat het deeg 60 minuten rusten op een warme plek.
Vet een werkvlak in met olie. Rol het deeg uit en verdeel het in kleine balletjes.
Leg de donuts op een met bakpapier beklede bakplaat, een beetje uit elkaar.
Laat ze rusten op een warme plek om het deeg te laten rijzen.
Bestrijk ze met water en bestrooi ze met sesamzaad.
Bak 10 minuten op 200 graden. Er moet zich een gouden korstje op de bovenkant vormen.
Zodra ze gaar zijn, haal je de broodjes eruit en besprenkel je ze met een beetje water, dek je ze af met een theedoek en laat je ze afkoelen.