Ingrediënten:
350 g water op kamertemperatuur
9 gram suiker
7 gram droge bakkersgist
15 ml plantaardige olie
560 g tarwebloem 11 % of meer eiwit
11 gram zout
Bereiding:
Meng het water, de gist, de suiker en de olie tot de gist is opgelost.
Meng in een andere kom de bloem met het zout.
Voeg het water toe aan de bloem en meng goed zonder te veel te roeren tot alle bloem bevochtigd is. Dek af en laat 20 minuten rusten.
Giet het deeg op een werkvlak en kneed 5-8 minuten tot het glad en elastisch is. Kegels.
Vet een kom in en laat het deeg (afgedekt) 1 uur rusten of tot het in volume verdubbeld is. In de video hierboven zie je de textuur van het deeg en andere details.
Eenmaal gerezen, laat je het deeg leeglopen en verdeel je het in 10 porties. Rek elke portie uit, dek af en laat 5 minuten rusten.
Vorm geven aan het brood. Druk de bal deeg een beetje plat en vorm er een dikke schijf van. Rol dan op zichzelf en druk aan met je vingertoppen. Je kunt dit in detail zien in de video.
Leg de gevormde koekjes op een bakplaat bekleed met bakpapier (of ingevet met boter als je dat liever hebt) en laat ruimte tussen de koekjes om te rijzen. Als alle broden gevormd zijn, dek je ze af en laat je ze 30-40 minuten rusten of tot ze bijna in volume verdubbeld zijn. De tijd hangt af van de temperatuur waar ze rusten. Als het te koud is, zullen ze er langer over doen om te rijzen.
Verwarm terwijl ze rusten de oven voor op 210°C/410°F en plaats er een ovenveilige bakplaat in om ook op te warmen.
Zodra de cakejes gaar zijn, maak je een sneetje in elk cakeje, besprenkel je ze met water (met een spuitfles) en plaats je ze in de oven. Voeg 1 kopje water toe aan de bakplaat die voorverwarmd is in de oven om stoom te creëren tijdens het bakken.
Bak ze 15 minuten of tot ze goudbruin zijn. Om te weten of ze gaar zijn, tik je op de bodem wanneer je ze uit de oven haalt.
Laat ze afkoelen op een rooster en ze zijn klaar om van te genieten.