– 350 g boter
-300 g room
-4 eieren
-4 glazen bloem
-1 theelepel natriumbicarbonaat
-2,5 kopjes suiker
-2 kopjes noten
-2 eetlepels honing
-plantaardige olie
BEREIDINGSWIJZE
1. Maak het deeg: Klop 300 g zachte boter (kamertemperatuur) met gezeefde bloem. Voeg 3 eierdooiers, room en zuiveringszout toe. Kneed een homogeen deeg. Geef het een ronde vorm en verpak het in huishoudfolie. Plaats 1 uur in de koelkast.

2. Verwijder de folie en verdeel het deeg in 8 gelijke delen. Geef elk deel van het deeg een ronde vorm.

3. Bereid de vulling voor: hak de walnoten fijn. Scheid de eiwitten van de dooiers. Klop 4 eiwitten met suiker en voeg de walnoten toe (bewaar een deel van de walnoten voor decoratie). Roer.
4. Bestrooi het werkvlak met bloem en rol elke portie deeg uit tot een zeer dunne lap.

5. Leg de eerste bovenkant in een vooraf met olie ingevette ovenschaal. Bestrijk de bovenkant met de vulling. Wissel de lagen zo af tot het dessert in elkaar zit. De laatste laag moet de bovenste laag zijn.
6. Snijd het dessert in diamanten. Bestrijk met losgeklopt eigeel en bestrooi met gehakte walnoten (of versier met hele pitten).

7. Bak de baklava in een voorverwarmde oven op 200°C gedurende 40-50 minuten. De baktijd is afhankelijk van elke individuele oven.
8. Los de honing op. Meng het met 50 g zachte boter (kamertemperatuur) tot je een homogene massa krijgt.
9. 5-10 minuten voordat de baklava klaar is, giet je de honing en boter erin. Zet het deeg terug in de oven en bak tot het gaar is.
10. Haal de vorm uit de oven en laat het dessert afkoelen. Verwijder de vorm wanneer de baklava volledig is afgekoeld.