Ingrediënten
1 zuurkool of witte kool)
500 g gehakt, gemengd
1 ui
1 broodje
1 ei
100 g spek, in blokjes gesneden
500 ml bouillon
200 ml room
Zout en peper
1 eetlepel mosterd, eventueel meer
paprikapoeder, heet
marjolein
Bereiding
Haal de acht mooie bladeren van de kool en blancheer ze. Spoel ze af in ijswater en droog ze licht af met een keukendoek. Bereid het gehaktbeslag als volgt.
Voeg als laatste een beetje gedroogde marjolein naar smaak toe. Meng alles goed door elkaar. Verdeel de boerenkoolbladeren in kleine hoopjes, rol ze op en bind ze vast met keukentouw. Bak de koolrolletjes in een hoge koekenpan om ze kleur te geven. Laat ook een paar spekblokjes weg.
Zodra de koolrolletjes een beetje gekleurd zijn, giet je de gegranuleerde bouillon over het geheel. Dek af en laat een half uur sudderen. Haal als laatste de rolletjes eruit en giet het vocht over de room, laat het geheel nog even pruttelen of zet het eventueel iets van het vuur. Breng het geheel op smaak met wat zout en peper en serveer de saus met kool.