Voor het koken heb je nodig:
boter – 10-15 g;
melk – 120 ml;
bloem – 170 g;
water – 130 ml;
suiker 3 theelepels;
droge gist – 1 theelepel;
zout – 1,5 theelepel.
Stap voor stap bereiden.
Breng de melk bijna aan de kook, voeg de boter toe en roer.
Giet dan water bij de melk.
Giet alle vloeistof bij het bloem-gistmengsel, roer, laat 10 minuten trekken.
Kneed het deeg, rol het uit tot een bal, doe het in een met olie ingevette bak, dek af en zet het anderhalf uur op een warme plek om te rijzen.
Leg het deeg vervolgens op een met bloem bestoven oppervlak, verdeel het in 3 delen, vorm er ballen van, dek af en laat ongeveer 5 minuten rijzen.
Rol elke bal uit tot ongeveer 25-30 cm, vouw de randen naar het midden, rol opnieuw uit (er komt een strook deeg uit), rol op met een deegroller (doe deze stappen met alle stukken deeg).
Vet de vorm in met olie, bestrooi met bloem, leg de rollen deeg erop, dek af met huishoudfolie en laat nog een uur staan.
Bestrijk de rolletjes vlak voor het bakken met melk en bestuif ze met bloem.
Zet een kom water op de bodem van de oven om de stoom te laten ontsnappen. Bak 35 minuten op 190°C.
Het zelfgemaakte brood is klaar. Smakelijk!