Ingrediënten:
500 g bloem
300 ml volle melk
25 g verse gist
2 eetlepels witte suiker
1 eetlepel boter
1 theelepel zout
Bereiden:
Verwarm de melk 40 seconden op maximaal vermogen in de magnetron.
Haal eruit, voeg beetje bij beetje verse gist toe en roer met een vork tot het volledig verdund is.
Doe de bloem, suiker, zout en een eetlepel boter in een andere grote kom, deze moet heel koud zijn.
Roer een paar minuten.
Maak een kuiltje in het midden van het mengsel en giet de melk en gist erin.
Kneed met je handen tot je een glanzend deeg krijgt dat niet aan je handen plakt. Als dat laatste wel gebeurt, voegen we wat meer bloem toe tot we klaar zijn.
Zodra we het deeg hebben, maken we er een bal van, leggen die in een kom en bedekken die met plasticfolie.
Laat een uur rijzen.
Draai het deeg uit op een met bloem bestoven oppervlak. Rek het uit met een deegroller tot je een lap hebt van ongeveer anderhalve centimeter dik.
Het uitsnijden van het deeg in de vorm van ‚donuts‘ kan op verschillende manieren, in dit geval met een ananassnijder. Maar we kunnen ook twee deksels van verschillende grootte gebruiken; een deksel van een koffieblik en een deksel van een waterfles zijn ideaal om het deeg in donutvormen uit te snijden.
Zodra je het deeg in donutvormen hebt gesneden, leg je ze op een bakplaat met bakpapier en dek je ze af met een theedoek. Laat nog een uur rijzen.
Verhit ruim zonnebloemolie in een koekenpan.
Bak de donuts aan beide kanten zodra ze heet zijn.
Leg ze op absorberend papier.